Er zijn nogal wat meningen over wat de meeste invloed heeft op de smaak van whisky. Sommige experts zeggen dat de vorm van de ketel het belangrijkste is. Maar de meesten zeggen toch dat het vat uiteindelijk het belangrijkste aandeel heeft. Wat sowieso belangrijk is, is of er wel of geen turf is gebruikt bij het drogen van de mout. De mout, waarbij ontstane enzymen er in een later stadium voor zorgen dat zetmeel in suiker wordt omgezet, kun je namelijk drogen met schoon vuur of met turf.
Wanneer je turf gebruikt trekken de rookdeeltjes, zogenaamde fenolen, in de mout en die vormen later een belangrijk deel van de smaak van de whisky die je in je glas hebt. De bekendste rokerige whisky’s komen van Islay, een eiland aan de westkust van Schotland met Bowmore, Ardbeg en Lagavullin als klinkende namen. Maar naast rook kunnen whisky’s, zoals Talisker, ook een zilt/medicinaal karakter hebben.
Maar waar komen die zilte tonen vandaan? Ook daar zijn de meningen over verdeeld. Vele deskundigen zeggen dat dit komt doordat de vaten aan zee rijpen waarbij zilte deeltjes uit de lucht in het vat en in de spirit terecht komen. Maar eigen onderzoek heeft uitgewezen dat dit verhaal niet klopt. Het is afkomstig van rookdeeltjes die een zilt karakter hebben waarbij turf is gebruikt die in een maritieme omgeving is gestoken. Het kan haast niet anders. Want hoe komt een whisky als Talisker anders aan zijn zilte karakter wanneer de vaten niet aan zee maar in een enorm warehouse in Glasgow rijpen?!